Massale psychotherapie

ek88meister

Het kan niemand zijn ontgaan. Precies een kwart eeuw geleden waren ‘we’ de beste van Europa. Oranje Europees Kampioen. Maar veel belangrijker was de zege halverwege, de 1-2 in Hamburg tegen Duistland. Dat was de ultieme opdracht, de ultieme revanche, op de verloren finale van 1974 en de gewonnen finale in 1945.

Die 21e juni 1988 in het Volkspark Stadion in Hamburg bevrijdde Nederland zich van zichzelf en van bijna een halve eeuw Duitserhaat. Een ongekende hoeveelheid opgehoopte frustratie en rancune kwam boven, als in een ‘massale vorm van psychotherapie’ zoals hoogleraar Peter Groenewold schreef.

Het shirt van Olaf Thon ging soepel door de bilspleet van Ronald Koeman, iedereen vond de fiets terug die de Duitsers stalen, en Jules Deelder dichtte over ‘zij die vielen en juichend uit hun graf rezen.’ Voetbal is geen oorlog. Voetbal is veel belangrijker dan oorlog. Het kan oorlogen overwinnen. Want dat was wat er uiteindelijk in en na 1988 gebeurde.

Nu kunnen we ‘normaal’ voetballen tegen Duitsers, niet als bezetter tegen bezette, maar als competitieve buren. En wie er nu nog over die oude fiets begint, die is echt uit een andere tijd. In Hamburg won Nederland van Duitsland en van zichzelf, en ondanks Hans van Breukelen won Nederland in de finale wél van de Russen, met die wonderschone goal van Marco van Basten over de Russische doelman Rinat Dasajev.

Maar ook die goal blijven we maar herhalen. Want we wonnen dan wel van de Duitsers en we wonnen dan wel het EK in 1988, maar daarna niets meer. We wachten al 25 jaar op een volgende hoofdprijs. Dat steekt. En mede daarom konden we de afgelopen dagen toch maar geen genoeg krijgen van ons succes. Een beetje triest was het wel. ,

Lekker belangrijk

En waar mijn blog dan wel over moest gaan,’ zo klonk het zondag van diverse kanten in de Buitenvelderste kleedkamer na de bloedeloze 2-2 tegen het Nieuw-Vennepse DIOS, een wedstrijd die – zeker voor de neutrale toeschouwer, als die er was geweest – het beste schriftelijk had kunnen worden afgedaan.

Vorige week was een makkie, een eitje, toen kon ik op de bluftoer met een vlak voor tijd gestopte penalty die de zege veilig stelde. Maar nu? Geen idee. Misschien wat softie-gewauwel over scherpte, niet goed aan de wedstrijd begonnen, inzet, en wat al niet. Maar wie wil dat lezen? En als je je niet één keer per week scherp kunt zijn bij je zelf gekozen hobby, hoe moet het dan verder op deze aardkloot?

Voetbal is geen spelletje. Voetbal is geen belangrijke bijzaak. Voetbal is lekker belangrijk. Zo belangrijk dat iedereen het erover heeft, iedereen er verstand van heeft, en steeds meer mensen er zinvol en aangenaam over schrijven. Niet over wat er precies in de 82e minuut in het strafschopgebied gebeurde, maar meer de grote lijnen, het genetisch materiaal van het edele voetbalspel.

Zo las ik net in Het Parool een recensie van Arthur van den Boogaard over A History of Football in 100 Objects van Gavin Mortimer, de voetbaltegenhanger van een identiek boek over de geschiedenis van de wereld in 100 dingen. Fijn boek, vond Van den Boogaard, met totaaloverzicht en oog voor details. En wie wil dat nu niet?

Voetbal is lekker belangrijk. En zondag komt Arsenal 9 op bezoek (zonder Arsène Wenger, overgens), en dan moeten ‘we’ er staan, willen we nog tweede worden dit seizoen en zo uitzicht houden op een plaats die recht geeft op Europees voetbal. Lekker belangrijk. Zo is dat. En met alle respect: zondag moet er gewoon worden gewonnen.

0,45 seconde

Een strafschop. Hoe moeilijk kan het zijn. Een bal die met een snelheid van 90 kilometer per uur wordt afgevuurd, legt de 11 meter tot de doellijn af in 0,45 seconde. Hoe oneerlijk kan het zijn. Een keeper heeft minimaal 0,5 tot 0,7 seconde nodig om vanuit het midden van zijn 7,32 meter brede doel de hoek te bereiken. Als hij al de goede kiest, en niet met een listige schijnbeweging de verkeerde kant op wordt gestuurd.

Keepers worden geacht kansloos te zijn bij een strafschop. En dan is er ook nog de regel dat de keeper pas van zijn plek mag als de penalty is genomen. Dat zet hem nog verder op achterstand. Hij heeft namelijk 0,15 tot 0,2 seconde nodig om in beweging te komen. Dat is de minimale reactietijd. En dan moet hij nog naar de hoek. Een onmogelijke opgave, hoor ik u denken. Nou, dat valt mee.

De penaltynemer is in snelheid en volgens de natuurkundewetten met gemak de winnaar.Toch worden er heel veel penalty’s gemist. Ze gaan links en rechts naast, huizenhoog over, eindigen op paal en lat, of in de handen of op de vuisten van de dus toch niet geheel kansloze keeper. En dan is er nog de psychologie. De penaltynemer moet scoren, want het is toch zo simpel. De keeper heeft dus niets te verliezen. Alle druk ligt bij de nemer. En dan wordt het leuk.

Zondag werd het leuk. In slaperig en grijs Aalsmeer bij RKAV stond er lang een brilstand op het bord, en toen we toch op voorsprong waren gekomen, bood de scheidsrechter de thuisclub met een bedachte penalty de kans vlak voor tijd alsnog langszij te komen. Gelukkig had ik een keepersleven geleden van een trainer veel geleerd van hoe je als keeper penalty’s kunt pogen te ‘lezen.’

Ik keek de penaltynemer aan. Ik zag niet veel vertrouwen. Eerder onrust, angst misschien wel. En vervolgens lette ik alleen nog maar op zijn voeten en met welke hij zijn aanloop zou beginnen. Dat zou mij heel veel zeggen over de hoek van zijn keuze. En hij deed precies wat ik dacht dat hij zou doen.

En dus – met alle geldende snelheidsbeperkingen en natuurkundige achterstand – kon ik de halfhoog genomen strafschop met de linkervuist uit de hoek slaan. Het voelde als triomf, single handed de in de kou bevochten zege valak voor tijd veilig gesteld, als in een oud stripverhaal waar je favoriete keeper alles stopt en zijn briljante teamgenoot vlak voor tijd de winnende goal maakt. Met drie punten in de tas en een smile van oor-tot-oor terug naar SC Buitenveldert. Het was zo best een mooie zondag.

P.S. I Love You

Een tijd geleden noemde ik Het Parool een ‘..middelmatige stadskrant met te grote ambities.” Dat werd mij niet in dank afgenomen. Maar ik bedoelde het niet rot. Ik was eerder de teleurgestelde supporter, dan de zure zeikerd. Vond ik. En ik beloofde trouw. Het Parool mocht blijven als first newspaper, en ik zou meer tijd en liefde in onze relatie stoppen.

Guess what? De therapie slaat aan. Ik ben meer van Het Parool gaan houden dan ik dacht te kunnen. Ik kijk altijd eerst naar ‘Mijn Amsterdam’ in PS, naar de Zaterdagochtendgezinssessie, De Dikke Man, het Popcorn Panel – ik mocht er ooit zelf in figureren, over Moneyball – Republiek Amsterdam, de Stad van Auke Kok, en nog meer wederkerend fraais. P.S. I Love You..

En dan heb ik het nog niets eens over de machtig mooie muziekparels van Erik Voermans die de zwaarste klassieke werken luchtig, ter zake, vol kennis en ingehouden liefde en met humor beschrijft op een manier die het water in de mond doet lopen. Zo wordt deze week ook de muziek van Ligeti toegankelijk, hulde!

Een echte stadskrant kan niet om de stadssport heen. Als keeper in buitengewone dienst volg ik de opkomst en ondergang van menige amateurvoetbalclub, zeker als ik er ooit zelf nog mocht spelen, zoals het mooie DVVA op Drieburg, dat overigens zaterdag strijdend ten onder ging bij de mooiste afkorting van de Amsterdamse agglomeratie, HBOK dus, Het Begon Op Klompen.

Maar ja, ik kan het wel biechten, vrijwel elke week sta ik dus ook in Het Parool. Niet alleen dus in het Popcorn Panel, maar op de uitslagenpagina’s. Deze maandag op pagina PS14, de uitslagen van de zondagse 5e klasse, afdeling 513, en daar staat onze zwaarbevochten zege van Sc Buitenveldert 6 op Badhoevedorp, 5-4 werd het, na 3-1 en 3-4 bij rust. Typisch een wedstrijd van een middelmatige zondagsploeg met grote ambities. Maar we wonnen wel. En we haalden Het Parool.