Koop dan zelf een museum

Pijbes2Het Rijksmuseum is een grote hit. Niet zo gek als je jaren dicht bent geweest, maar toch: de schatkamers van onze Gouden Eeuw zorgen vaak voor lange rijen. Dat is zeker zo bij de tentoonstelling Late Rembrandt. Daar is veel kritiek op die rijen en hoe je vijf rijen dik samengeperst naar een flard van een Rembrandt mag koekeloeren. Ik mocht het meemaken, ik kwam er niet vrolijk vandaan.

Jammer dan, vindt directeur Wim Pijbes. Rijen zijn geen probleem, ze laten zien dat je succes hebt. En dat succes straalt natuurlijk weer af op Wim Pijbes. Zo erg is het trouwens ook allemaal niet, meent hij. Bij het Uffizi of voor de Mona Lisa, daar is het pas echt druk. Ofwel: wat klagen we hier nu eigenlijk.

Maar Pijbes zet nog een tandje bij. De klager of klaagster die vond dat het bij Late Rembrandt ’te druk was voor contemplatie’ kreeg de veeg en niet zo vriendelijke tip om zelf dan maar een Rembrandt te kopen en thuis in stilte te gaan genieten. Wat een vervelend toontje, wat een arrogantie.

Misschien dat Pijbes het vergeten is, maar dat museum en die Rembrandts zijn niet van hem. Hij is een rijksambtenaar met een iets te hoog salaris die namens ons allen op die mooie spullen uit de Gouden Eeuw mag passen. Hij is niet aangesteld om iemand die klaagt zo neerbuigend te behandelen.

Het Rijksmuseum is een groot succes. Pijbes speelt daarin een belangrijke rol. Maar jammer dat het succes een beetje naar het hoofd stijgt. Ik zou zeggen: koop lekker zelf een museum. Kun je helemaal doen en laten en zeggen wat je wilt. Misschien komt er ook nog wel iemand kijken. Maar dan niet klagen. Je bent gewaarschuwd door en voor Wim Pijbes.

Brighton Rock

uriah-heep-bNiks fly-drive, niks Kanaaltunnel, in mijn jeugd was er de ferry en – gaaf, maar wat een stank en pokkenherrie – de hovercraft om ons het Kanaal over te zetten richting de krijtrotsen van Dover. In mijn puberjaren ben ik verliefd geworden op dat rare Albion, en het is nooit meer overgegaan.

Het moet 1972 zijn geweest toen ik die zomer in Brighton in een hip kelderwinkeltje van mijn zakgeld de net verschenen LP Demons and Wizards van Uriah Heep kocht. Ik kende de groep en de muziek niet, ik denk dat ik geïntrigeerd werd door de door Roger Dean ontworpen hoes met een lokkende tovenaar in een fantasieland met watervallen en donkere luchten waar Dean met Yes ook zo’n succes mee had.

Ik was blown away toen ik Demons and Wizards voor het eerst hoorde op mijn hotelkamer op mijn portable draaitafel. Het was rock, het was hard, snel, maar het was ook melodieus, met akoestische gitaren en hemelse koortjes. De hitsingle Easy Livin’ stond als een huis, en denderde als een trein met het pompende orgel van Ken Hensley.

Het zijn mooie herinneringen aan de vooravond van weer een Brits bezoek. Nu mag je Uriah Heep niet meer leuk vinden – foute bombast – maar het is toch die muziek van zo rond je vijftiende die heel diep ergens in je geheugenopslag zit en – hoe dan ook – vormend voor the years to come. Als ik straks in de buurt van Brighton ben, zal ik toch even denken: Easy Livin’, het is best goed gelukt.