Iedereen is van de wereld

lau.microfoonIk geef het toe: ik heb het niet zo op de Nederlandstalige popmuziek. Natuurlijk is er Het Land van Maas en Waal – oneindig laagland op LSD – van Boudewijn de Groot en vooral Lennaert Nijgh, het door Fungus in het stopcontact gestoken volkswijsje Kaap’ren Varen, flarden Shaffy, de stem van Bob Bouber, en de Hollandser dan Holland hit Ik heb geen zin om op te staan van Het.

Nederlandstalig, het is gewoon mijn ding niet, zeg maar. Het spijt me voor alle Bloffen, Kasten en Dijken, voor Doe Maar (Laat Maar, grapten wij vroeger), Tröckener Kecks en what have you, ik ben groot geworden met Byrds, Beatles, Kinks, Anglofiel tot op het bot, het lijkt wel landverraad of Selbsthass, maar het is niet anders.

In mijn Engelse ziekte so to speak ben ik dus ook Thé Lau en The Scene misgelopen, en dat schuurt nu natuurlijk nu voorman Thé Lau echt op afscheidstournee langs Paradiso, Pinkpop en Brussel gaat omdat hij de strijd tegen keelkanker verliest. Iedereen is daar toch wel een beetje door van de wereld.

Nu iedereen huilt ga ik niet plots meehuilen, dat zou onoprecht zijn, maar triest vind ik het wel, en het lijken mij bergen om te beklimmen straks als je weet dat je voor het laatste keer je publiek ziet en zij jou. En toen herinnerde ik mij dat ik Thé Lau toch een keer had gezien, heel lang her, bij Neerlands Hoop, bij Bram en Freek, maar daar kwam ik dan ook meer voor de grappen dan voor de muziek.

Early Morning April 4

King.car.3Vandaag 46 jaar geleden werd Dr. Martin Luther King doodgeschoten op de gaanderij van The Lorraine Motel in Memphis, Tennessee. U2 maakte van the hit in 1968 in 1984 een hit met Pride (In the Name of Love) met de klassieke regels Early Morning April 4, Shot Rings out in the Memphis Sky.

Martin Luther (Maarten Luther) King was voorganger en boegbeeld van de zwarte beweging voor gelijke rechten in het in de jaren ’60 grotendeels nog tot op het bot verdeelde en openlijk racistische VS. Wereldberoemd werd hij door zijn prachtige ‘I have a Dream’-toespraak in Washington.

De moord op King is – net als de moord op JFK in 1963 en die op RFK vlak na King – altijd omgeven geweest door speculatie over complotten en meerdere schutters. Gerald Posner schreef er het prachtige boek Killing the Dream. James Earl Ray and the Assassination of Martin Luther King, Jr. over.

Memphis, moord en muziek, het Ierse U2 maakt de fraaie klank, klik en link op het nog steeds zo fraaie ‘Amerikaanse’ album The Unforgettable Fire, waarop ook nog een andere link met Memphis (Elvis Presley and America).

Want Memphis mag dan de plaats zijn waar King werd vermoord, maar in Memphis ligt toch vooral – op zijn landgoed Graceland – die andere King begraven: Elvis. En daar heeft Paul Simon nog een mooi liedje over.

Long Lang

lang-lang-2-1361966482-view-0‘Hoe Lang is een Chinees. En Lang Lang ook.‘ Onze jongste dochter Hedda werd gek van het woordspelletje dat ze maar niet begreep. Het was geïnspireerd door de CD Dragon Songs van Lang Lang die op de Siciliaanse vlaktes voortdurend door de huurauto schalde.

Het was mijn eerste kennismaking met Chinese muziek, met een heus Chinees pianoconcert, De Gele Rivier, de Chinese pedant van de Russische Wolgaslepers. Die Lang Lang wilde ik wel eens in het echt zien en horen. Dus enkele jaren terug vol zin richting Concertgebouw. Dat was die avond echter potdicht en pikkedonker. Ik had me een dag vergist. Lang Lang was allang weer elders pianeren. Ik moet bij thuiskomst heel sip hebben gekeken. Mijn kinderen hebben het er nog over.

Gisteravond had ik mijn revanche. Goed op de datum gelet. Eén van de laatste stoelen veroverd. Bij het Concertgebouworkest speelde Lang Lang alle sterren en spotjes van de hemel in het Pianoconcert van Maurice Ravel. Ik vind het geen boeiend concertwerk, maar het is een prachtige showcase voor Lang Lang die volgens mij bij mime of ritmische gymnastiek ook zo mee zou kunnen.

Ravel had in 1932 een auto-ongeluk. Dat maakte het componeerproces moeizaam, zo las ik in het programmaboek. Wel gek dat het Pianoconcert in G volgens dat boek in 1931 in première zou zijn gegaan. Hoe dan ook: Ravel droeg het werk op aan de pianiste Marguerite Long, en Long is weer Lang in het Engels, al was de pianiste Frans. En zo waren alle cirkels toch weer een beetje rond.

Toch gek dat ik van de alleen in China al 1,3 miljard Chinezen er maar eentje ken: Lang Lang. Ik ben van het Westen, en niet van het Oosten. Lang Lang is van het Oosten en het Westen. Hij brengt het Westen naar China en het Oosten naar het Westen. Hij is veel meer een wereldburger dan ik. En ook een betere pianist.

To Blog or not to Blog..

Writer-s-block___.jpg.2Het was wel even mooi geweest, vond ik een maand of drie geleden. Elke dag een stukkie. Schrijven werd zo iets teveel een zelf opgelegde opdracht. Dat kon wel even wat minder. Dat kon wel even helemaal niet. En zo gezegd, zo niets gedaan. Geen blog. Lekker rustig. Andere dingen doen. Het zou vanzelf wel weer gaan kriebelen. En dat deed het ook. Gelukkig maar. Nu kan ik mijn zelf opgelegde blogblock terzijde schuiven, en vrolijk en fris weder beginnen. Zo dus. Bij deze. Maar niet elke dag een stukkie: dat zal het niet meer worden. Een paar stukkies per week. Maar misschien soms wel twee op een dag. Dat is ook mooi. En wel zo rustig. Wordt vervolgd…

Een tandje bij

denbriel

Het Albert Schweitzer ziekenhuis in Dordrecht is het beste ziekenhuis van Nederland, zo blijkt uit de AD Ziekenhuis Top 100. Dat is mooi, en een mooie opsteker voor de stad Dordrecht die vorige week in de Volkskrant onder de kop ‘Het verdriet van Dordrecht’ nog model stond voor de ingehaalde stad.

Waar gewonnen wordt, wordt ook verloren. Onderaan de lijst van het AD bungelt Medisch Centrum Leeuwarden, persoonlijk pijnlijk omdat mijn moeder daar al weer vele jaren her overleed. Maar zo gaat het leven. De directeur van Leeuwarden laat het er echter niet bij zitten. Hij zag plek 100 als ‘..extra reden om er een tandje bij te zetten.’. Dat wordt dus niks met zulk eng managmentgewauwel.

Maar wat ik plots met Dordrecht heb? Ik werk er. Sinds kort. Een paar dagen per week. Voor een half jaar. Bij het Dordrechts Museum, Het Hof, Huis van Gijn en het regionaal archief. In een oude stad die een uitvergroot model is van het Den Briel (of Brielle..) waar ik mijn jeugd grotendeels doorbracht. En aan die jeugd moest ik deze week weer denken toen onze jongste dochter Hedda 12 werd.

Want waar was ik toen? Ik was ook een brugpieper met een veel te zware tas die door zijn ouders van de Rijks H.B.S. te Den Briel werd gedeporteerd naar Spijkenisse omdat daar het lesrooster wel goed gevuld was. Plots zat ik niet meer om de hoek op school (zoals Hedda nu), maar 15 kilometer verderop. Het bleek een zegen.

En Dordrecht en Den Briel lijken niet alleen op elkaar, ze zijn ook verbonden in de tijd, zoals ik dat me mijn moeder was en ben en nu met mijn dochter ben en zal zijn. In Dordrecht wordt nu hard gewerkt aan Het Hof waar de geschiedenis verteld en zichtbaar wordt met als uitdagende claim  ‘Hier begint Nederland’, refererend aan een illegale Statenvergadering in 1572, niet toevallig hetzelfde jaar waarin – op 1 april – de Geuzen Den Briel veroverden op den Spanjaard.

Op 1 april verloor Alva zijn Bri(e)l, zo leerde ik al op de lagere school. En ‘In naam van Oranje doe open de poort, de watergeus ligt voor Den Briel..’. Prachtig vond ik dat als klein kereltje. De schaduwzijde was dat ik een nep 16e eeuws pakje aan moest voor de 1 april-viering. Dat was gênant. Maar iedereen moest. En zo is het historisch besef er goedmoedig ingeramd, van Brielle toen tot Dordrecht nu.

Fan-tas-tisch

Hans van Manen

Pensioen pas op je 67ste. Veel ouderen werken nog veel langer door. Hans van Manen zal het bezien met een licht-cynische glimlach. De choreograaf par excellence is 81 jaar en geen vezel in zijn lijf denkt aan stoppen.

Gisteren haalde hij maar weer eens de voorpagina van Het Parool. De stadskrant berichtte over de Masterclass – ‘op audiëntie bij de meester’- die Van Manen gaf voor particuliere sponsors van Het Nationale Ballet. De maestro aan het werk. De Mondriaan van de dans. Altijd een genot.

In mijn jonge jaren werkte ik bij Het Nationale Ballet en mocht Van Manen van dichtbij meemaken en getuige zijn van zijn scheppingskracht maar ook van zijn niet te missen buien en driften en jubel en hosanna. De eeuwig twijfelende grote kunstenaar kon het hele Muziektheater op de Damwanden laten trillen als hij zijn zin niet kreeg of het orkest weer weigerde een kwartiertje door te oefenen.

Vaak dreigde hij met vertrek, of vreesde ik dat hij alle kantoren zou verbouwen. Hij had daar een passend vocabulaire bij. Maar het waren altijd de spanningen voor de première. De in zijn ogen te geringe repetitietijd. De te geringe aandacht voor de grote Hans.

Maar na de première was het altijd groot feest, was Hans van Manen dol en uitgelaten en was het goed eten en drinken en was de hele avond ‘fan-tas-tisch’ en iedereen een ‘schat’, en dat werd zwierend uitgesproken, zoals alleen Hans van Manen dat kan. En de ruzies en het gefoeter? Allemaal vergeten. Er was net weer een parel aan de ketting van Van Manen geregen, en daar staat nu een repertoire dat in één woord fan-tas-tisch is. Chapeau.

A small step for (a) man

apollo-11-neil-armstrong-crew-walkout

Vandaag vierenveertig jaar geleden zette Neil Armstrong als eerste mens voet op de maan, de eerste mens op een ander hemellichaam dan de eigen aarde. Armstrong had lang tijd gehad voor een mooi opening statement. Maar wat zei hij nu eigenlijk?

De controverse heeft geduurd tot de dood van Armstrong vorig jaar. Altijd werd hij er weer op aangesproken. Altijd die twijfel. Wat had de commander van de Apollo 11 nu wel of niet precies gezegd?

Het klinkt als ‘a small step for men, but a giant leap for mankind.’ Maar volgens Armstrong zat er bieb of blieb op de lijn, en zou hij gezegd hebben ‘a small step for a man, but a giant leap for mankind.’ Had Armstrong zich vergist, of waren wij allen slechthorend?

Armstrong heeft nooit toegegeven. Stick to the story, was zijn tactiek. En op de schaal van groot en groter is het natuurlijk ook maar een detail, maar toch. Het kleefde en kleeft voor altijd aan Armstrong en de historische missie van de Apollo 11.

Ik was 11 toen de Apollo 11 landde. Ik herinner mij dat ik er mijn Brielse bed voor uit mocht, het geheugen zegt dat het laat in de avond of ergens in de nacht was. Ik vond het fantastisch, en ik kan ook zeggen dat ik Henk Terlingen – ‘Apollo Henkie’ – toen het speciale Apollo-programma heb zien presenteren op onze Nederlandse TV, uiteraard in zwart-wit.

Oh ja, en behalve de al-dan-niet-verspreking van Armstrong, was er de latere samenzweringstheorie dat die maanreizen allemaal nep waren en geproduceerd door Hollywood en met Stanley Kubrick aan de knoppen. Tsja. Daar kon Armstrong niks aan doen. Maar ook niks tegen doen. De één zeurt over je zinnetje, de ander zeikt dat je er überhaupt nooit geweest bent.

Massale psychotherapie

ek88meister

Het kan niemand zijn ontgaan. Precies een kwart eeuw geleden waren ‘we’ de beste van Europa. Oranje Europees Kampioen. Maar veel belangrijker was de zege halverwege, de 1-2 in Hamburg tegen Duistland. Dat was de ultieme opdracht, de ultieme revanche, op de verloren finale van 1974 en de gewonnen finale in 1945.

Die 21e juni 1988 in het Volkspark Stadion in Hamburg bevrijdde Nederland zich van zichzelf en van bijna een halve eeuw Duitserhaat. Een ongekende hoeveelheid opgehoopte frustratie en rancune kwam boven, als in een ‘massale vorm van psychotherapie’ zoals hoogleraar Peter Groenewold schreef.

Het shirt van Olaf Thon ging soepel door de bilspleet van Ronald Koeman, iedereen vond de fiets terug die de Duitsers stalen, en Jules Deelder dichtte over ‘zij die vielen en juichend uit hun graf rezen.’ Voetbal is geen oorlog. Voetbal is veel belangrijker dan oorlog. Het kan oorlogen overwinnen. Want dat was wat er uiteindelijk in en na 1988 gebeurde.

Nu kunnen we ‘normaal’ voetballen tegen Duitsers, niet als bezetter tegen bezette, maar als competitieve buren. En wie er nu nog over die oude fiets begint, die is echt uit een andere tijd. In Hamburg won Nederland van Duitsland en van zichzelf, en ondanks Hans van Breukelen won Nederland in de finale wél van de Russen, met die wonderschone goal van Marco van Basten over de Russische doelman Rinat Dasajev.

Maar ook die goal blijven we maar herhalen. Want we wonnen dan wel van de Duitsers en we wonnen dan wel het EK in 1988, maar daarna niets meer. We wachten al 25 jaar op een volgende hoofdprijs. Dat steekt. En mede daarom konden we de afgelopen dagen toch maar geen genoeg krijgen van ons succes. Een beetje triest was het wel. ,

Zeven dagen lang

bots

Een aardig stukje van Han Lips in Het Parool attendeerde mij op een uitzending van Het Uur van de Wolf die ik had gemist over de Eindhovense popformatie Bots die in de jaren ’70 furore maakte met een bijzondere mix van aantrekkelijke muziek, gezelligheid en geëngageerde teksten die resoneerden tot achter de Berlijnse Muur in de DDR.

Bots was het vehikel van en voor zanger, gitarist en componist en tekstschrijver Hans Sanders die de Brabantse band tot grote hoogte stuwde in een tijd dat het nog wel degelijk uitmaakte waar je stond, toen er klassen waren, kapitalisme dat bevochten moest en machten die bezworen moesten worden.

‘De een bezingt het leed, ik bezing de oorzaak’, liet Sanders optekenen in de Haagse Post. En de oorzaak was het kapitalisme waarvan de arbeider nog moest worden bevrijd. Bots was net de SP met muziek erbij. Het geluid sloeg ook in Duitsland aan, en op de vleugels van de vredesbeweging daar bleek Sanders ook in het Duits geloofwaardig over te komen.

Bots is uit mijn jeugd, de tijd dat je links moest zijn – nadenken kon later wel – en ik vond de lyriek van Sanders prachtig, van het klassieke kameraaddrinklied Zeven dagen lang tot het sombere Menens. Eind jaren ’70 studeerde ik blauwe maandagen op de Erasmus Universiteit. De opening van het studiejaar werd opgeluisterd door het toen hippe Gruppo Sportivo. De aula was te klein. Toen Bots twee nummers had gezongen, was de aula veel te groot. Waarschijnlijk was ik het enige rechtenstudentje dat bleef zitten bij Kom socialisten trek ten strijde.

Kanker op

Adenocarcinoma_coli Wij zijn niet zo’n subtiel volkje. Schelden ligt ons goed. En daarbij wensen we elkaar bij voorkeur de vreselijkste ziektes toe. Dat schijnt landelijk of regionaal bepaald te zijn. Wij zijn van de ziektes. Maar de Engelsen zweren bijvoorbeeld weer bij geslachtsdelen en de kunst van het fuck yourself.

De vreselijkste ziektes worden op je uitgestrooid rond het voetbalveld. Daar is het kanker voor en tyfus na, en pleuris zus en tering zo. Alle pogingen om dodelijke en andere vreselijke ziektes van de sportvelden en uit de supporters te krijgen, zijn mislukt. Dan moeten we de ziektes zelf maar aanpakken. En dat lukt.

Vandaag kopte Het Parool bijna trots dat ‘kanker straks meestal te genezen is.’ Dat betekent dat we aan de vooravond staan van ‘een revolutie’, zo liet René Medema, de voorzitter van de Raad van Bestuur vaan het Antoni van Leeuwenhoek in Amsterdam met gepaste trots weten. Nu overlijdt nog zo’n 50% van de kankerpatiënten. Straks is kanker een ziekte waar je mee kunt leven.

Dat mag fantastisch nieuws heten. In mijn jeugd was de ziekte niet alleen dodelijk, maar ook een weggehouden mysterie. Iemand had K., en daar ging je dood aan. Mijn moeder had K., maar overleefde het, ze zat aan de goede kant van die helften. Maar kanker? Daar spraken we niet over, alsof je het kon krijgen door het er over te hebben. De dodelijke ziekte van bijgeloof en verdringing.

Maar nu weten ‘we’ (ze dus) hoe het zit, met DNA, en unieke kankervormen en unieke bestrijdingsmethodieken. We gaan leven met K., dus als straks iemand bij Ajax of FC Utrecht of ADO roept ‘kanker op’, dan weten we wat hij of zij echt bedoelt. Ooit bedacht ik voor VUMC het mooie credo ‘Kennis maakt ons beter.’ Hoe waar blijkt dat in algemenere zin te zijn voor de strijd tegen kanker.