Er is een keeper doodgegaan. Bals. Gert Bals. Utrechtenaar. Keeper van PSV. En later van Ajax. Toen dat nog kon. Bals werd 80, en zijn grote jaren bij het grote Ajax in opkomst liggen ver in het verleden. Bals stond in de eerste Europa Cupfinale met een Nederlandse ploeg. AC Milan was in 1969 met 4-1 nog heer en meester over Ajax. Na de finalewinst van Feyenoord op Celtic in 1970 braken de gouden jaren van Ajax aan met drie Europa Cups op rij. Bals was daar niet meer bij.
Bals was een man van zijn tijd. Geen poespas of franje. Stevige kniebeschermers en een flinke Schotse pet bij felle zon. En hij keepte zoals hij er uit zag. Degelijk. Beetje gisteren. Geen onnodige zweefduiken. Doe maar gewoon. En dat deed Gert. Hij kon het zelfs heel goed. Hij keepte bij vele clubs. En er waren er ook veel toen hij begon. Hij stond onder de lat bij Velox, SV Zeist, ‘Gooi, PSV, Ajax en Vitesse. En daarna begon hij – zoals voetballers dat deden – een sportzaak en later een winkel in tijdschriften en rookwaren. De Bennie Muller van Velp en Veenendaal.
Gert Bals is nu naar de eeuwige doelgebieden. Frappant dat ik een dag voor zijn overlijden afgelopen vrijdag nog over hem schreef. Ik geloof niet in oh wat een toeval of wat moet er wel niet tussen hemel en aarde zijn. Ik blogde over FC Twente en Bals figureerde in dat verhaal. Niets meer dan dat. Het lijkt wel toeval. Na Bals kwam Heinz Stuy bij Ajax onder de lat. Heinz kroket werd hij genoemd, omdat hij ballen als hete happen uit zijn handen liet vallen. Dat gebeurde Bals niet. Hij was heerlijk saai, maar ook aangenaam betrouwbaar.