Iedereen is van de wereld

lau.microfoonIk geef het toe: ik heb het niet zo op de Nederlandstalige popmuziek. Natuurlijk is er Het Land van Maas en Waal – oneindig laagland op LSD – van Boudewijn de Groot en vooral Lennaert Nijgh, het door Fungus in het stopcontact gestoken volkswijsje Kaap’ren Varen, flarden Shaffy, de stem van Bob Bouber, en de Hollandser dan Holland hit Ik heb geen zin om op te staan van Het.

Nederlandstalig, het is gewoon mijn ding niet, zeg maar. Het spijt me voor alle Bloffen, Kasten en Dijken, voor Doe Maar (Laat Maar, grapten wij vroeger), Tröckener Kecks en what have you, ik ben groot geworden met Byrds, Beatles, Kinks, Anglofiel tot op het bot, het lijkt wel landverraad of Selbsthass, maar het is niet anders.

In mijn Engelse ziekte so to speak ben ik dus ook Thé Lau en The Scene misgelopen, en dat schuurt nu natuurlijk nu voorman Thé Lau echt op afscheidstournee langs Paradiso, Pinkpop en Brussel gaat omdat hij de strijd tegen keelkanker verliest. Iedereen is daar toch wel een beetje door van de wereld.

Nu iedereen huilt ga ik niet plots meehuilen, dat zou onoprecht zijn, maar triest vind ik het wel, en het lijken mij bergen om te beklimmen straks als je weet dat je voor het laatste keer je publiek ziet en zij jou. En toen herinnerde ik mij dat ik Thé Lau toch een keer had gezien, heel lang her, bij Neerlands Hoop, bij Bram en Freek, maar daar kwam ik dan ook meer voor de grappen dan voor de muziek.