Iedereen is van de wereld

lau.microfoonIk geef het toe: ik heb het niet zo op de Nederlandstalige popmuziek. Natuurlijk is er Het Land van Maas en Waal – oneindig laagland op LSD – van Boudewijn de Groot en vooral Lennaert Nijgh, het door Fungus in het stopcontact gestoken volkswijsje Kaap’ren Varen, flarden Shaffy, de stem van Bob Bouber, en de Hollandser dan Holland hit Ik heb geen zin om op te staan van Het.

Nederlandstalig, het is gewoon mijn ding niet, zeg maar. Het spijt me voor alle Bloffen, Kasten en Dijken, voor Doe Maar (Laat Maar, grapten wij vroeger), Tröckener Kecks en what have you, ik ben groot geworden met Byrds, Beatles, Kinks, Anglofiel tot op het bot, het lijkt wel landverraad of Selbsthass, maar het is niet anders.

In mijn Engelse ziekte so to speak ben ik dus ook Thé Lau en The Scene misgelopen, en dat schuurt nu natuurlijk nu voorman Thé Lau echt op afscheidstournee langs Paradiso, Pinkpop en Brussel gaat omdat hij de strijd tegen keelkanker verliest. Iedereen is daar toch wel een beetje door van de wereld.

Nu iedereen huilt ga ik niet plots meehuilen, dat zou onoprecht zijn, maar triest vind ik het wel, en het lijken mij bergen om te beklimmen straks als je weet dat je voor het laatste keer je publiek ziet en zij jou. En toen herinnerde ik mij dat ik Thé Lau toch een keer had gezien, heel lang her, bij Neerlands Hoop, bij Bram en Freek, maar daar kwam ik dan ook meer voor de grappen dan voor de muziek.

Massale psychotherapie

ek88meister

Het kan niemand zijn ontgaan. Precies een kwart eeuw geleden waren ‘we’ de beste van Europa. Oranje Europees Kampioen. Maar veel belangrijker was de zege halverwege, de 1-2 in Hamburg tegen Duistland. Dat was de ultieme opdracht, de ultieme revanche, op de verloren finale van 1974 en de gewonnen finale in 1945.

Die 21e juni 1988 in het Volkspark Stadion in Hamburg bevrijdde Nederland zich van zichzelf en van bijna een halve eeuw Duitserhaat. Een ongekende hoeveelheid opgehoopte frustratie en rancune kwam boven, als in een ‘massale vorm van psychotherapie’ zoals hoogleraar Peter Groenewold schreef.

Het shirt van Olaf Thon ging soepel door de bilspleet van Ronald Koeman, iedereen vond de fiets terug die de Duitsers stalen, en Jules Deelder dichtte over ‘zij die vielen en juichend uit hun graf rezen.’ Voetbal is geen oorlog. Voetbal is veel belangrijker dan oorlog. Het kan oorlogen overwinnen. Want dat was wat er uiteindelijk in en na 1988 gebeurde.

Nu kunnen we ‘normaal’ voetballen tegen Duitsers, niet als bezetter tegen bezette, maar als competitieve buren. En wie er nu nog over die oude fiets begint, die is echt uit een andere tijd. In Hamburg won Nederland van Duitsland en van zichzelf, en ondanks Hans van Breukelen won Nederland in de finale wél van de Russen, met die wonderschone goal van Marco van Basten over de Russische doelman Rinat Dasajev.

Maar ook die goal blijven we maar herhalen. Want we wonnen dan wel van de Duitsers en we wonnen dan wel het EK in 1988, maar daarna niets meer. We wachten al 25 jaar op een volgende hoofdprijs. Dat steekt. En mede daarom konden we de afgelopen dagen toch maar geen genoeg krijgen van ons succes. Een beetje triest was het wel. ,

Automutilatie

Hyundai

Reclame. Het blijft lastig. Het is toch aanjagen van hebzucht en consumptie terwijl Al Gore in zijn nieuwste boek The Future – Six Drivers of Global Change ons voor onze zelfvernietiging de wacht en dood op termijn aanzegt.

En dan zijn er ook nog automerken die uit de bocht vliegen. Zoals recent Ford in India. Of in ieder geval het reclambureau van Ford dat advertenties maakte met Silvio Berlusconi die enkele dames uit zijn schimmenrijk bound and gagged in de achterbak had liggen. Fijn in een land dat vooral wereldnieuws is door verkrachtigingen.

Deze week was er Hyundai dat in de oorlog van teruglopende autoverkoop op een nare commercial werd betrapt die bestemd was voor de Britse markt. In het filmpje probeert een man zelfmoord te plegen in zijn garage. Helaas of gelukkig voor hem mislukt het: het nieuwste Koreaanse autowonder stoot 100% water uit.

Over smaak valt te twisten. Deze is over de rand. Het is de ziekelijke neiging van reclamemakers om het zogenaamde briljante idee van wat creatieven te laten prevaleren boven gezond verstand, smaak, stijl en merkbescherming.

Want was is nu eigenlijk de boodschap? Die Hyundai is zo’n klotenauto dat je zelfmoord wilt plegen? Of dan koop je een auto van een bekend merk en dan kun je nog niet eens zelfmoord plegen? En dan mislukt je zelfmoord, moet je toch weer door met je kloterige leven in dead-end-street. Ook Hyundai is dus onbetrouwbaar. Nu maar hopen dat je hem nog kunt inruilen.

Typisch gevalletje automutilatie van Hyundai dat natuurlijk ook weer erg veel spijt had. Tsja. Nadenken, smaak, gezond verstand, het is niet iedereen gegeven. Maar de knieval van Hyundai kwam toch vooral omdat een Britse blogger aanstoot nam omdat de spot haar terug deed denken aan de zelfmoord van haar vader. Het verhaal vertelt niet of dat ook in een Hyundai was…

Smooth Operator

Childhood photo of David Geffen, Coney Island, NY. Photo courtesy of PBS

In 2000 reed ik met vrienden de historische Route 66 van Chicago naar L.A. en in eindpunt Santa Monica kocht ik een gesigneerd exemplaar van het boek The Operator van Tom King over David Geffen, de meest invloedrijke man in de Amerikaanse muziek- en filmindustrie, en één van de rijkste mensen in Amerika.

Ik kende de naam David Geffen wel, maar associeerde hem vooral met een voor in mijn ontwikkeling belangrijke periode in de jaren ’70 toen hij samen met Elliott Roberts het platenlabel Asylum Records (‘Crazy about music’) had en de grote motor was achter mijn seventies ‘helden’ The Eagles, Jackson Browne en J.D. Souther.

Dat Geffen zo groot werd en is, mag een klein wonder heten. Eigenlijk had hij alles tegen. Een verlegen, Joodse, homoseksuele jongen uit Brooklyn zonder veel talent. Maar Geffen bleek wel een enorm talent te hebben voor het herkennen en exploiteren van de talenten van anderen en hoe daar ongelooflijk rijk mee te worden.

Maar alles heeft een prijs. Zo beschermend en lief als Geffen kon zijn voor zijn artiesten en vrienden, zo meedogenloos en into your face kon The Operator zijn, en hij vergat nooit iets. Meedogenloos, egomaan, en tegelijkertijd altijd op zoek naar liefde, aandacht en erkenning. Ach, it’s that same old story.

Geboeid keek ik in Het Uur van de Wolf deze week naar de documentaire David Geffen wint altijd, een prachtig tijdsdocument en een boeiend portret van een smooth operator met de kracht van een atoombom. Aan de documentaire werkte Geffen mee, aan het boek van King ook, maar hij gaf het niet zijn zegen, het is ook nogal een hard en confronterend boek, eigenlijk exact zoals Geffen zelf.

Koeienbehang

Pink Floyd Atom Heart Mother cover Lulubelle

De één zijn dood, is de ander zijn blog. Met het verschijden deze week van de Britse designer Storm Thorgeson kreeg ik het ultieme excuus om schaamteloos een favoriete albumhoes uit het stenen tijdperk op te voeren: Atom Heart Mother van Pink Floyd.

Een koe in een weiland. Dat is alles. Geen titel. Geen bandnaam. Niets op de hoes, behalve Lulebelle III, wat zo heet de herkauwer die enigszins verstoord achterom kijkt en daar Storm Thorgeson met zijn camera ziet staan. De rest is geschiedenis.

Thorgeson maakte het gezicht van Pink Floyd in de jaren dat de Britse band zich van een psychedelische undergroundband ontwikkelde tot het icoon van symfonische rock met nummers van bijzondere lengte. Zo mag je voor het titelnummer van Atom Heart Mother 23.44 minuten met de koptelefoon en pretsigaret horizontaal op de bank.

Voor de één is het bombastische edelkitsch, voor de ander is het een voor 1970 bijna revolutionair werk van band met orkest en koor vol wendingen en effecten, met wegscheurende motoren, explosies, hinnekende paarden, en dus een koe op de hoes, geïnspireerd door de koeien en het koeienbehang van Andy Warhol.

Ik had de jeugdige en heerlijk naieve leeftijd om er door gefascineerd te raken, dat is ook nooit verdwenen, en ik denk dat het bijzondere ontwerp van Thorgeson daar een niet onbelangrijke rol bij of bijrol heeft gespeeld, een koe ergens buiten Londen, zo gewoon, en op een albumhoes zo bijzonder.

Echt wereldberoemd werd Thorgeson overigens een paar jaar later met zijn ontwerp voor Dark Side of the Moon, de grote doorbraak voor Pink Floyd, artistiek en qua Money. En ook bij Dark Side of the Moon geen titel of bandnaam op de hoes. Je moet maar durven.