Fired up, ready to go!

Change. Yes We Can. Fired up, ready to go! Dat was Barack Obama in campagnetijd. Hij heeft nog steeds Mister President als aanspreektitel, maar de politicus is schrijver geworden, chroniqueur van zijn politieke leven. Het verschil in volume is gigantisch. ‘A Promised Land’, het eerste deel van zijn memoires, telt 832 pagina’s. Zo kom je ook zonder familie de Kerst wel door.

Obama wil nu graag gezien worden als schrijver en vroeg om schrijvers in plaats van politiek journalisten om hem te interviewen. Vanuit ons land viel die eer te beurt aan Tommy Wieringa die zich in eloquent Engels van zijn taak kweet en zeker in het eerste deel van het gesprek de nogal makkelijk breedsprakerige Obama op kortere koers hield.

Wat had ik graag op de plek van Wieringa gezeten. Oog in oog en vraag en antwoord met Barack Obama. I was fired up and ready to go. Nu moet ik het doen met de herinnering aan het bezoek van Obama aan Amsterdam in april 2016. We stonden op het dak te zwaaien naar de Marine helicopters op weg naar het Rijksmuseum. Ik weet zeker dat Obama terugzwaaide. Zo is hij. En nu maar hopen dat hij dat ook – al was het maar in een voetnoot – mee heeft genomen in ‘A Promised Land.’ Ik kan niet wachten tot het Kerst is.

Early Morning April 4

King.car.3Vandaag 46 jaar geleden werd Dr. Martin Luther King doodgeschoten op de gaanderij van The Lorraine Motel in Memphis, Tennessee. U2 maakte van the hit in 1968 in 1984 een hit met Pride (In the Name of Love) met de klassieke regels Early Morning April 4, Shot Rings out in the Memphis Sky.

Martin Luther (Maarten Luther) King was voorganger en boegbeeld van de zwarte beweging voor gelijke rechten in het in de jaren ’60 grotendeels nog tot op het bot verdeelde en openlijk racistische VS. Wereldberoemd werd hij door zijn prachtige ‘I have a Dream’-toespraak in Washington.

De moord op King is – net als de moord op JFK in 1963 en die op RFK vlak na King – altijd omgeven geweest door speculatie over complotten en meerdere schutters. Gerald Posner schreef er het prachtige boek Killing the Dream. James Earl Ray and the Assassination of Martin Luther King, Jr. over.

Memphis, moord en muziek, het Ierse U2 maakt de fraaie klank, klik en link op het nog steeds zo fraaie ‘Amerikaanse’ album The Unforgettable Fire, waarop ook nog een andere link met Memphis (Elvis Presley and America).

Want Memphis mag dan de plaats zijn waar King werd vermoord, maar in Memphis ligt toch vooral – op zijn landgoed Graceland – die andere King begraven: Elvis. En daar heeft Paul Simon nog een mooi liedje over.

A small step for (a) man

apollo-11-neil-armstrong-crew-walkout

Vandaag vierenveertig jaar geleden zette Neil Armstrong als eerste mens voet op de maan, de eerste mens op een ander hemellichaam dan de eigen aarde. Armstrong had lang tijd gehad voor een mooi opening statement. Maar wat zei hij nu eigenlijk?

De controverse heeft geduurd tot de dood van Armstrong vorig jaar. Altijd werd hij er weer op aangesproken. Altijd die twijfel. Wat had de commander van de Apollo 11 nu wel of niet precies gezegd?

Het klinkt als ‘a small step for men, but a giant leap for mankind.’ Maar volgens Armstrong zat er bieb of blieb op de lijn, en zou hij gezegd hebben ‘a small step for a man, but a giant leap for mankind.’ Had Armstrong zich vergist, of waren wij allen slechthorend?

Armstrong heeft nooit toegegeven. Stick to the story, was zijn tactiek. En op de schaal van groot en groter is het natuurlijk ook maar een detail, maar toch. Het kleefde en kleeft voor altijd aan Armstrong en de historische missie van de Apollo 11.

Ik was 11 toen de Apollo 11 landde. Ik herinner mij dat ik er mijn Brielse bed voor uit mocht, het geheugen zegt dat het laat in de avond of ergens in de nacht was. Ik vond het fantastisch, en ik kan ook zeggen dat ik Henk Terlingen – ‘Apollo Henkie’ – toen het speciale Apollo-programma heb zien presenteren op onze Nederlandse TV, uiteraard in zwart-wit.

Oh ja, en behalve de al-dan-niet-verspreking van Armstrong, was er de latere samenzweringstheorie dat die maanreizen allemaal nep waren en geproduceerd door Hollywood en met Stanley Kubrick aan de knoppen. Tsja. Daar kon Armstrong niks aan doen. Maar ook niks tegen doen. De één zeurt over je zinnetje, de ander zeikt dat je er überhaupt nooit geweest bent.

Smooth Operator

Childhood photo of David Geffen, Coney Island, NY. Photo courtesy of PBS

In 2000 reed ik met vrienden de historische Route 66 van Chicago naar L.A. en in eindpunt Santa Monica kocht ik een gesigneerd exemplaar van het boek The Operator van Tom King over David Geffen, de meest invloedrijke man in de Amerikaanse muziek- en filmindustrie, en één van de rijkste mensen in Amerika.

Ik kende de naam David Geffen wel, maar associeerde hem vooral met een voor in mijn ontwikkeling belangrijke periode in de jaren ’70 toen hij samen met Elliott Roberts het platenlabel Asylum Records (‘Crazy about music’) had en de grote motor was achter mijn seventies ‘helden’ The Eagles, Jackson Browne en J.D. Souther.

Dat Geffen zo groot werd en is, mag een klein wonder heten. Eigenlijk had hij alles tegen. Een verlegen, Joodse, homoseksuele jongen uit Brooklyn zonder veel talent. Maar Geffen bleek wel een enorm talent te hebben voor het herkennen en exploiteren van de talenten van anderen en hoe daar ongelooflijk rijk mee te worden.

Maar alles heeft een prijs. Zo beschermend en lief als Geffen kon zijn voor zijn artiesten en vrienden, zo meedogenloos en into your face kon The Operator zijn, en hij vergat nooit iets. Meedogenloos, egomaan, en tegelijkertijd altijd op zoek naar liefde, aandacht en erkenning. Ach, it’s that same old story.

Geboeid keek ik in Het Uur van de Wolf deze week naar de documentaire David Geffen wint altijd, een prachtig tijdsdocument en een boeiend portret van een smooth operator met de kracht van een atoombom. Aan de documentaire werkte Geffen mee, aan het boek van King ook, maar hij gaf het niet zijn zegen, het is ook nogal een hard en confronterend boek, eigenlijk exact zoals Geffen zelf.