Stairway to California

LedZVoor een aantal heren op leeftijd die elkaar haten, viel het concert van The Eagles in de Ziggo Dome nog best mee. Het was de derde keer dat ik de band zag, en elke keer werd het minder, zoals gebeurt met het stijgen der jaren en de herinneringen aan toen steeds meer een zeurderige trip down memory lane worden.

Frank Zappa was heel helder: we’re only in it for the money. Dat zijn The Eagles nu ook. Vandaar waarschijnlijk dat de groep nogal mechanisch en liefdeloos overkwam, hoe technisch perfect alles ook klonk en de mannen nog als nightingales zongen.

De mega-mega-hit Hotel California was niet eens de uitsmijter, maar is naast wereldberoemd ook betwist. Gitarist Don Felder zou de riffs van het nummer bewust of onbewust hebben gevonden bij het nummer We used to know van Jethro Tull. De gelijkenis is ook werkelijk meer dan frappant.

The Eagles komen ermee weg. Dat lijkt Led Zeppelin niet te lukken. De band wordt – na ruim 40 jaar ! – in de V.S. aangeklaagd voor het jatten van hun opus magnum Stairway to Heaven van gitarist Randy California van Spirit. Nabestaanden van California hebben de zaak aanhangig gemaakt, eerder lukte dat niet vanwege ‘gebrek aan geld.’ Dat probleem zou nu wel eens verholpen kunnen worden.

We’re only in it for the money. Niets of alles is toeval. Op het titelloze vierde album van Led Zeppelin waar het prijsnummer Stairway to Heaven op staat, is ook het nummer Going to California te vinden. Hotel California. Randy California. Going to California. Zou dat de geheime boodschap zijn die verstopt zit in de symbols van Led Zeppelin IV?

Outlaw Men

The Eagles

‘I’ll make you rich. I’ll be richer, but I’ll make you rich.’ Zo beschreef gitarist en zanger Glenn Frey de pitch van producer en labelbaas David Geffen om The Eagles onder contract te krijgen. ‘And he kept his word,’ zo memoreerde Frey in de documentaire over Geffen waar ik gisteren over schreef.

In diezelfde documentaire vertelde Jackson Browne dat Geffen Frey stimuleerde om een band te beginnen in plaats van met zijn vriend J.D. Souther troubadour en mooie jongens te spelen. ‘You should be in a band,’ verordonneerde Geffen bijna. En zo geschiedde.In 1972 kwam het debuutalbum van The Eagles uit en werden vier niet-Californiërs de new wave country-rockers uit Californië.

Lange haren, houthakkersghemden, kapotte spijkerbroeken, acoustische gitaren, en hemelse zang en koortjes, ik kon er als middelbare scholier in kapotte spijkerbroek geen genoeg van krijgen. Ik zag The Eagles in 1973 in Concertgebouw de Doelen, een plek waar ik later zou werken. The Eagles waren nog in hun originele line up, met Frey, en met drummer en zanger Don Henley, gitarist en mandolinespeler Bernie Leadon, en bassist Randy Meisner.

Na het thematische meesterwerk Desperado ging de cowboyverpakking uit, de versterker aan, en met de komst van Don Felder werden The Eagles rock in plaats van country, en dat zou altijd zo blijven, hoe zoetgevooisd de ook aanwezige ballads ook waren, zoals de megahit The Best of My Love.

Ik zag The Eagles nog een keer, in Ahoy, toen net hun epische Hotel California was verschenen. Daar stond geen kwartet alternatievelingen, maar een stadionband, het soort supergroepen waar de punk vlak daarna heerlijk lang overheen wilde pissen.

Ik werd groter, The Eagles snoven zich suf, gingen uiteen, kwamen weer terug, en komen volgend jaar weer eens langs in Nederland om de bankrekeningen te spekken, als moderne Outlaw Men die geen banken overvallen maar het geld op vrijwillige basis uit je zak weten te toveren voor schandalig dure kaartjes. ‘But I won’t make them any richer…’. .