14 Mei

14mei

Mijn moeder was een vrouw van weinig woorden. Zij bleef graag op de achtergrond, daar had ze het beste overzicht. Haar stem verhief zij nooit, terwijl daar aanleidingen genoeg voor waren. Zij luisterde meer dan ze sprak, en des te beter luisterde ik als ze vertelde over het bombardement op Rotterdam.

Mijn moeder was net 12 toen de Luftwaffe het Rotterdamse stadshart bombardeerde. Vanaf de Kleiweg in Hillegersberg zag ze met haar ouders en haar zusje de brandende stad, en die beelden van die 14e mei 1940 heeft zij altijd bij zich gedragen.

Mijn moeder heeft dat vorige kampioenschap van Feyenoord in 1999 nog meegemaakt. Voetbal interesseerde haar niet zoveel, ze vond het altijd fijn dat ik er zo’n plezier aan beleefde. In haar latere jaren als we zondags belden vroeg ze altijd of ik wist wat Ajax had gedaan. Het leek op sarren. Ze wist dat ik het niet wilde weten omdat ik Studio Sport wilde zien zonder voorkennis van de uitslagen. Toch gooide ze er dan zinnetjes als ‘nou, dat was niet best’ of ‘ga maar kijken, dat was wat’ uit.

Mijn moeder kon het niet laten, en één keer hapte ik echt en werd heel boos over wat ik een soort van gecalculeerd pesten vond. Ik vuurde een verbaal bombardement op haar af, zo’n moment dat altijd bij je blijft en waar je nu alsnog voor onder een steen wilt kruipen.

Mijn moeder is er niet meer en heeft dus geen weet gehad van de Renaissance van Feyenoord. En ook niet dat het kampioenschap van de ploeg van Zuid en van Gio de titel na 18 jaar drooglegging binnen sleepte op diezelfde 14 mei die zij maar niet kon vergeten. Na 77 jaar was de wederopstanding van Rotterdam voltooid. Het beeld van Zadkine heeft weer een hart. Het klopt rood en wit.  

Gert met de pet

BalsEr is een keeper doodgegaan. Bals. Gert Bals. Utrechtenaar. Keeper van PSV. En later van Ajax. Toen dat nog kon. Bals werd 80, en zijn grote jaren bij het grote Ajax in opkomst liggen ver in het verleden. Bals stond in de eerste Europa Cupfinale met een Nederlandse ploeg. AC Milan was in 1969 met 4-1 nog heer en meester over Ajax. Na de finalewinst van Feyenoord op Celtic in 1970 braken de gouden jaren van Ajax aan met drie Europa Cups op rij. Bals was daar niet meer bij.

Bals was een man van zijn tijd. Geen poespas of franje. Stevige kniebeschermers en een flinke Schotse pet bij felle zon. En hij keepte zoals hij er uit zag. Degelijk. Beetje gisteren. Geen onnodige zweefduiken. Doe maar gewoon. En dat deed Gert. Hij kon het zelfs heel goed. Hij keepte bij vele clubs. En er waren er ook veel toen hij begon. Hij stond onder de lat bij Velox, SV Zeist, ‘Gooi, PSV, Ajax en Vitesse. En daarna begon hij – zoals voetballers dat deden – een sportzaak en later een winkel in tijdschriften en rookwaren. De Bennie Muller van Velp en Veenendaal.

Gert Bals is nu naar de eeuwige doelgebieden. Frappant dat ik een dag voor zijn overlijden afgelopen vrijdag nog over hem schreef. Ik geloof niet in oh wat een toeval of wat moet er wel niet tussen hemel en aarde zijn. Ik blogde over FC Twente en Bals figureerde in dat verhaal. Niets meer dan dat. Het lijkt wel toeval. Na Bals kwam Heinz Stuy bij Ajax onder de lat. Heinz kroket werd hij genoemd, omdat hij ballen als hete happen uit zijn handen liet vallen. Dat gebeurde Bals niet. Hij was heerlijk saai, maar ook aangenaam betrouwbaar. 

Een vijftiger op doel

ZwevenIk wilde me inhouden. Niet schrijven over onze nederlaag. Niet mekkeren over die mislukte seizoenopener gisteren, de 2-0 nederlaag bij SWIFT. Niet pochen over je eigen goede wedstrijd als keeper, want als je verliest maakt ook dat niets uit. Als je echt goed was, had je een punt gepakt.

Ik heb me ingehouden. Maar nu moet ik toch. En dat komt door Het Parool. Daar lees ik net een stukje met als kop ‘Haagse amateurvoetballers maken tegenstander in met 31-0’. Het Haagse SV Loosduinen maakte stadgenoot Wanica Star af met deze monsterscore. Maar behalve curieus interesseert het me niets. Ooit, in mijn jeugd, won ik in een Zuidhollands dijkdorp met 23-0, als keeper had ik daar tegen een paal geleund gezeten.

Die 31-0 zal Wanica Star pijn hebben gedaan. Wat mij pijn deed was het commentaar van de Loosduinense trainer. Hij vond het maar niks die 31-0. Want wat is die uitslag waard tegen een team dat na rust nog met negen man staat en een vijftiger op doel heeft.

Pardon? Wat is er mis met een vijftiger op doel? Wat is er mis met gerijpte keepers? Wordt er zo met ervaring en inzicht omgegaan? Moet ik dan toch maar even pochen over mijn wedstrijd gisteren? Toch maar niet. Ik zou me inhouden. Beloofd is beloofd. Zondag revanche. Dan wacht thuis WVHEDW. Zo vroeg in de competitie al een zes-punten-duel…

Massale psychotherapie

ek88meister

Het kan niemand zijn ontgaan. Precies een kwart eeuw geleden waren ‘we’ de beste van Europa. Oranje Europees Kampioen. Maar veel belangrijker was de zege halverwege, de 1-2 in Hamburg tegen Duistland. Dat was de ultieme opdracht, de ultieme revanche, op de verloren finale van 1974 en de gewonnen finale in 1945.

Die 21e juni 1988 in het Volkspark Stadion in Hamburg bevrijdde Nederland zich van zichzelf en van bijna een halve eeuw Duitserhaat. Een ongekende hoeveelheid opgehoopte frustratie en rancune kwam boven, als in een ‘massale vorm van psychotherapie’ zoals hoogleraar Peter Groenewold schreef.

Het shirt van Olaf Thon ging soepel door de bilspleet van Ronald Koeman, iedereen vond de fiets terug die de Duitsers stalen, en Jules Deelder dichtte over ‘zij die vielen en juichend uit hun graf rezen.’ Voetbal is geen oorlog. Voetbal is veel belangrijker dan oorlog. Het kan oorlogen overwinnen. Want dat was wat er uiteindelijk in en na 1988 gebeurde.

Nu kunnen we ‘normaal’ voetballen tegen Duitsers, niet als bezetter tegen bezette, maar als competitieve buren. En wie er nu nog over die oude fiets begint, die is echt uit een andere tijd. In Hamburg won Nederland van Duitsland en van zichzelf, en ondanks Hans van Breukelen won Nederland in de finale wél van de Russen, met die wonderschone goal van Marco van Basten over de Russische doelman Rinat Dasajev.

Maar ook die goal blijven we maar herhalen. Want we wonnen dan wel van de Duitsers en we wonnen dan wel het EK in 1988, maar daarna niets meer. We wachten al 25 jaar op een volgende hoofdprijs. Dat steekt. En mede daarom konden we de afgelopen dagen toch maar geen genoeg krijgen van ons succes. Een beetje triest was het wel. ,

0,45 seconde

Een strafschop. Hoe moeilijk kan het zijn. Een bal die met een snelheid van 90 kilometer per uur wordt afgevuurd, legt de 11 meter tot de doellijn af in 0,45 seconde. Hoe oneerlijk kan het zijn. Een keeper heeft minimaal 0,5 tot 0,7 seconde nodig om vanuit het midden van zijn 7,32 meter brede doel de hoek te bereiken. Als hij al de goede kiest, en niet met een listige schijnbeweging de verkeerde kant op wordt gestuurd.

Keepers worden geacht kansloos te zijn bij een strafschop. En dan is er ook nog de regel dat de keeper pas van zijn plek mag als de penalty is genomen. Dat zet hem nog verder op achterstand. Hij heeft namelijk 0,15 tot 0,2 seconde nodig om in beweging te komen. Dat is de minimale reactietijd. En dan moet hij nog naar de hoek. Een onmogelijke opgave, hoor ik u denken. Nou, dat valt mee.

De penaltynemer is in snelheid en volgens de natuurkundewetten met gemak de winnaar.Toch worden er heel veel penalty’s gemist. Ze gaan links en rechts naast, huizenhoog over, eindigen op paal en lat, of in de handen of op de vuisten van de dus toch niet geheel kansloze keeper. En dan is er nog de psychologie. De penaltynemer moet scoren, want het is toch zo simpel. De keeper heeft dus niets te verliezen. Alle druk ligt bij de nemer. En dan wordt het leuk.

Zondag werd het leuk. In slaperig en grijs Aalsmeer bij RKAV stond er lang een brilstand op het bord, en toen we toch op voorsprong waren gekomen, bood de scheidsrechter de thuisclub met een bedachte penalty de kans vlak voor tijd alsnog langszij te komen. Gelukkig had ik een keepersleven geleden van een trainer veel geleerd van hoe je als keeper penalty’s kunt pogen te ‘lezen.’

Ik keek de penaltynemer aan. Ik zag niet veel vertrouwen. Eerder onrust, angst misschien wel. En vervolgens lette ik alleen nog maar op zijn voeten en met welke hij zijn aanloop zou beginnen. Dat zou mij heel veel zeggen over de hoek van zijn keuze. En hij deed precies wat ik dacht dat hij zou doen.

En dus – met alle geldende snelheidsbeperkingen en natuurkundige achterstand – kon ik de halfhoog genomen strafschop met de linkervuist uit de hoek slaan. Het voelde als triomf, single handed de in de kou bevochten zege valak voor tijd veilig gesteld, als in een oud stripverhaal waar je favoriete keeper alles stopt en zijn briljante teamgenoot vlak voor tijd de winnende goal maakt. Met drie punten in de tas en een smile van oor-tot-oor terug naar SC Buitenveldert. Het was zo best een mooie zondag.

P.S. I Love You

Een tijd geleden noemde ik Het Parool een ‘..middelmatige stadskrant met te grote ambities.” Dat werd mij niet in dank afgenomen. Maar ik bedoelde het niet rot. Ik was eerder de teleurgestelde supporter, dan de zure zeikerd. Vond ik. En ik beloofde trouw. Het Parool mocht blijven als first newspaper, en ik zou meer tijd en liefde in onze relatie stoppen.

Guess what? De therapie slaat aan. Ik ben meer van Het Parool gaan houden dan ik dacht te kunnen. Ik kijk altijd eerst naar ‘Mijn Amsterdam’ in PS, naar de Zaterdagochtendgezinssessie, De Dikke Man, het Popcorn Panel – ik mocht er ooit zelf in figureren, over Moneyball – Republiek Amsterdam, de Stad van Auke Kok, en nog meer wederkerend fraais. P.S. I Love You..

En dan heb ik het nog niets eens over de machtig mooie muziekparels van Erik Voermans die de zwaarste klassieke werken luchtig, ter zake, vol kennis en ingehouden liefde en met humor beschrijft op een manier die het water in de mond doet lopen. Zo wordt deze week ook de muziek van Ligeti toegankelijk, hulde!

Een echte stadskrant kan niet om de stadssport heen. Als keeper in buitengewone dienst volg ik de opkomst en ondergang van menige amateurvoetbalclub, zeker als ik er ooit zelf nog mocht spelen, zoals het mooie DVVA op Drieburg, dat overigens zaterdag strijdend ten onder ging bij de mooiste afkorting van de Amsterdamse agglomeratie, HBOK dus, Het Begon Op Klompen.

Maar ja, ik kan het wel biechten, vrijwel elke week sta ik dus ook in Het Parool. Niet alleen dus in het Popcorn Panel, maar op de uitslagenpagina’s. Deze maandag op pagina PS14, de uitslagen van de zondagse 5e klasse, afdeling 513, en daar staat onze zwaarbevochten zege van Sc Buitenveldert 6 op Badhoevedorp, 5-4 werd het, na 3-1 en 3-4 bij rust. Typisch een wedstrijd van een middelmatige zondagsploeg met grote ambities. Maar we wonnen wel. En we haalden Het Parool.