Een inktzwarte zonnige dag in 1943

Mijn goede vriend Job nodigde mij uit voor de officiële onthulling afgelopen maandag van het herdenkingsmonument voor de grote razzia op Joden in Amsterdam op 20 juni 1943.

Die dag, nu 79 jaar geleden, werden ruim 5.500 van onze stad- en landgenoten bijeengedreven op het Olympiaplein in Zuid, vandaar in overvolle trams naar het Muiderpoortstation, met de trein naar Westerbork en maanden later naar eindstation Bergen-Belsen.

Ontmenselijkt, uit het openbare leven verbannen, geïsoleerd, getreiterd, geslagen, opgepakt, afgevoerd, vernietigd. De foto is zo krachtig omdat wij weten welk lot de mensen op de foto staat te wachten. Over acht maanden is iedereen dood.

De foto is gemaakt op 20 juni 1943, om 09.09 uur. Het ochtendlicht geeft een bepaalde schaduw die door kunstenaar Ram Katzir gevangen is in zijn kunstwerk Schaduwen dat – als je er overheen loopt – met je mee lijkt te gaan, zo kun je een begin van een gevoel krijgen over hoe het geweest moet zijn, op transport op die inktzwarte zonnige dag in 1943.

Verloren in geweld

Het kan geen toeval zijn dat de publicatie van het historisch onderzoek naar systematisch geweld van onze jongens in Indië op dezelfde datum is als de verjaardag van mijn vader.

Mijn vader was in Indië. Hij was er krap een jaar, in 1948, denk ik. Hij mocht eerder naar huis omdat zijn vader ernstig ziek was. Gek om te bedenken dat hij met het troepenschip door het Suezkanaal ging, dat hij de piramiden zag en op de heenweg het Neptunusritueel mocht ondergaan.

We hadden het er niet over. Mijn vader vertelde niks, en wij vroegen nergens naar. Dat hield het huis rustig. Dat hij elke reünie afliep en met zijn maten aan de saté ging, gaf wel aan dat hij vrienden had gemaakt en het vechten daar bond. Voor het leven.

Hij vertelde niks en wij namen hem niet serieus. Hij zat bij de para’s, maar vanwege zijn – latere – zwaarlijvigheid hadden wij alleen maar te doen met de parachutes waar hij aan moest hangen. Dat hielp niet.

Ik heb nog veel foto’s. Hele kleine kiekjes. Zwart wit. Geen datum, geen plaats. Mijn vader op een jeep. Mijn vader met een aapje. Een groepsfoto met de maten. Een stoere kiek van vader met pistool.

De naam Westerling viel wel eens. Dat was me er een, volgens mijn vader. Eén schurk op zo’n groot eilandenrijk. Zo makkelijk kon het niet zijn. Zo makkelijk was het niet. Er waren heel veel schurken.

Ik weet niet wat mijn vader deed dat niet mocht en juist moest. Ik kan het hem niet meer vragen. Hij ligt al lang op de eeuwige rijstvelden. Maar iets deugde er niet, Dat heb ik altijd geweten En nu na driekwart eeuw (!) ligt er een rapport dat ons voor altijd berooft van de zelfopgelegde status dat we beter zijn dan anderen.

Ik denk niet dat mijn vader en ik het daar over eens zouden geweest als we het er een keer over gehad zouden hebben, maar die kans hebben we laten lopen. Zo gaat dat. We noemen het geschiedenis.

De laatste getuigen

Ik was een paar jaar geleden in het Poolse Krakau. Een drie kwartier verder ligt het Nazi-vernietigingskamp Auschwitz. Veel mensen gaan er naar toe. Ik ging ook. Ik vond en voelde dat nu ik er was op de plek moest zijn waar zoveel mensen zijn vermoord. Een historische schandvlek en schandplek van onvoorstelbare dimensies.

Veel mensen gaan naar Auschwitz. Als je slecht kijkt bij aankomst, dan denk je aan een soort pretpark. Grote parkeerplaatsen, snackbas, terrassen. Dat krijg je als veel mensen naar hetzelfde gaan. Maar ik vond het goed dat zoveel mensen gaan en gingen, hopelijk om er over na te denken en het verhaal te vertellen, net zoals de laatste nog levende getuigen nu nog kunnen doen.

Maar laten we vooral niet denken dat het een eenmalige barbarij was. De Italiaanse schrijver en scheikundige Primo Levi overleefde Auschwitz en stelde: “Het is gebeurd, en dat betekent dat het opnieuw kan gebeuren.” Dat is niet rustgevend, maar wel realistisch.

Wat wij onmenselijk noemen, is wat de mens zelf aanricht. En: te veel mensen in te veel landen hebben Auschwitz mogelijk gemaakt. Zeker vandaag is het goed om daarbij stil te staan.

Een gezicht van de oorlog

Een foto. De foto. Die foto. De blik. De angst en verwarring. Dat meisje. Settela Steinbach. Zij werd vergast in Auschwitz. Nog net geen tien jaar oud. Vergast omdat ze een Sinti-kind was. Een zigeunermeisje.

Iedereen kent Anne Frank. Weinigen kennen de naam Settela Steinbach, Maar vandaag was ze er weer. In een grote foto in een groot artikel in Het Parool. Omdat het morgen exact 75 jaar geleden is dat Settela in Westerbork op transport werd gezet. Er is een filmpje van waar we de foto van kennen:

Settela (over)leefde nog ruim twee maanden in Auschwitz. Op 31 juli 1944 werd ze vergast. Vrijwel haar hele gezin en familie werden vermoord. Haar vader overleefde de oorlog, maar overleed in 1946 van verdriet.

Ik zag dezer dagen Neo Nazi’s vlaggen zwaaiend marcherend en roepen om een nieuwe Holocaust. Antisemitisme tiert weer welig. In ons land hebben we een forum dat steeds meer aanschurkt tegen en onderdak biedt aan hele nare opvattingen en gedachten die zeker niet naar lavendel ruiken. Snuffel maar eens rond op het slagveld dat twitter heet.

De mens is de mens een wolf, of beter: een zwijn.

14 Mei

14mei

Mijn moeder was een vrouw van weinig woorden. Zij bleef graag op de achtergrond, daar had ze het beste overzicht. Haar stem verhief zij nooit, terwijl daar aanleidingen genoeg voor waren. Zij luisterde meer dan ze sprak, en des te beter luisterde ik als ze vertelde over het bombardement op Rotterdam.

Mijn moeder was net 12 toen de Luftwaffe het Rotterdamse stadshart bombardeerde. Vanaf de Kleiweg in Hillegersberg zag ze met haar ouders en haar zusje de brandende stad, en die beelden van die 14e mei 1940 heeft zij altijd bij zich gedragen.

Mijn moeder heeft dat vorige kampioenschap van Feyenoord in 1999 nog meegemaakt. Voetbal interesseerde haar niet zoveel, ze vond het altijd fijn dat ik er zo’n plezier aan beleefde. In haar latere jaren als we zondags belden vroeg ze altijd of ik wist wat Ajax had gedaan. Het leek op sarren. Ze wist dat ik het niet wilde weten omdat ik Studio Sport wilde zien zonder voorkennis van de uitslagen. Toch gooide ze er dan zinnetjes als ‘nou, dat was niet best’ of ‘ga maar kijken, dat was wat’ uit.

Mijn moeder kon het niet laten, en één keer hapte ik echt en werd heel boos over wat ik een soort van gecalculeerd pesten vond. Ik vuurde een verbaal bombardement op haar af, zo’n moment dat altijd bij je blijft en waar je nu alsnog voor onder een steen wilt kruipen.

Mijn moeder is er niet meer en heeft dus geen weet gehad van de Renaissance van Feyenoord. En ook niet dat het kampioenschap van de ploeg van Zuid en van Gio de titel na 18 jaar drooglegging binnen sleepte op diezelfde 14 mei die zij maar niet kon vergeten. Na 77 jaar was de wederopstanding van Rotterdam voltooid. Het beeld van Zadkine heeft weer een hart. Het klopt rood en wit.  

Brighton Rock

uriah-heep-bNiks fly-drive, niks Kanaaltunnel, in mijn jeugd was er de ferry en – gaaf, maar wat een stank en pokkenherrie – de hovercraft om ons het Kanaal over te zetten richting de krijtrotsen van Dover. In mijn puberjaren ben ik verliefd geworden op dat rare Albion, en het is nooit meer overgegaan.

Het moet 1972 zijn geweest toen ik die zomer in Brighton in een hip kelderwinkeltje van mijn zakgeld de net verschenen LP Demons and Wizards van Uriah Heep kocht. Ik kende de groep en de muziek niet, ik denk dat ik geïntrigeerd werd door de door Roger Dean ontworpen hoes met een lokkende tovenaar in een fantasieland met watervallen en donkere luchten waar Dean met Yes ook zo’n succes mee had.

Ik was blown away toen ik Demons and Wizards voor het eerst hoorde op mijn hotelkamer op mijn portable draaitafel. Het was rock, het was hard, snel, maar het was ook melodieus, met akoestische gitaren en hemelse koortjes. De hitsingle Easy Livin’ stond als een huis, en denderde als een trein met het pompende orgel van Ken Hensley.

Het zijn mooie herinneringen aan de vooravond van weer een Brits bezoek. Nu mag je Uriah Heep niet meer leuk vinden – foute bombast – maar het is toch die muziek van zo rond je vijftiende die heel diep ergens in je geheugenopslag zit en – hoe dan ook – vormend voor the years to come. Als ik straks in de buurt van Brighton ben, zal ik toch even denken: Easy Livin’, het is best goed gelukt.

Starr for a day

jimmynicolIn juni 1964 waren The Beatles twee dagen in Nederland. Het was het enige bezoek van The Beatles aan ons land. John Lennon kwam nog een keer. Voor zijn Bad Peace met Yoko Ono, in het Amsterdamse Hilton. Ringo Starr was hier nooit. Hij was ziek – ingestort in Denemarken – en vervangen door Jimmie Nicol.

Terugkijkend naar het Beatles-bezoek en hun rondvaart door de Amsterdamse grachten, is het gek om bij The Fab Four niet Ringo maar deze uitzendkracht Nicol te zien die halsoverkop was ingevlogen vanuit Londen voor wat 8 concerten met The Beatles zouden blijken te zijn, van de veilinghallen in Blokker tot Melbourne.

George Harrison was dikke maatjes met Ringo Starr, en moest die Nicol niet. Hij wilde liever de tournee cancellen, maar werd toch overgehaald. Nicol zou riant zijn betaald voor zijn invalbeurten, maar zeker is dat zijn uiterst korte claim to fame desastreus zou blijken te zijn voor Nicol. Het geld was goed, maar het leven na het korte sterrendom hard en pijnlijk.

Nicol – bijna 75 – leeft teruggetrokken in Londen. Hij heeft zijn Starr for a day nooit te gelde willen maken, uit respect voor The Fab Four, maar misschien toch ook omdat er niet zo heel veel te melden was, anders dan dat alles wat The Beatles deden en zeiden belangrijk was, al deed je maar een week of twee mee, zoals Jimmie Nicol.

Iedereen is van de wereld

lau.microfoonIk geef het toe: ik heb het niet zo op de Nederlandstalige popmuziek. Natuurlijk is er Het Land van Maas en Waal – oneindig laagland op LSD – van Boudewijn de Groot en vooral Lennaert Nijgh, het door Fungus in het stopcontact gestoken volkswijsje Kaap’ren Varen, flarden Shaffy, de stem van Bob Bouber, en de Hollandser dan Holland hit Ik heb geen zin om op te staan van Het.

Nederlandstalig, het is gewoon mijn ding niet, zeg maar. Het spijt me voor alle Bloffen, Kasten en Dijken, voor Doe Maar (Laat Maar, grapten wij vroeger), Tröckener Kecks en what have you, ik ben groot geworden met Byrds, Beatles, Kinks, Anglofiel tot op het bot, het lijkt wel landverraad of Selbsthass, maar het is niet anders.

In mijn Engelse ziekte so to speak ben ik dus ook Thé Lau en The Scene misgelopen, en dat schuurt nu natuurlijk nu voorman Thé Lau echt op afscheidstournee langs Paradiso, Pinkpop en Brussel gaat omdat hij de strijd tegen keelkanker verliest. Iedereen is daar toch wel een beetje door van de wereld.

Nu iedereen huilt ga ik niet plots meehuilen, dat zou onoprecht zijn, maar triest vind ik het wel, en het lijken mij bergen om te beklimmen straks als je weet dat je voor het laatste keer je publiek ziet en zij jou. En toen herinnerde ik mij dat ik Thé Lau toch een keer had gezien, heel lang her, bij Neerlands Hoop, bij Bram en Freek, maar daar kwam ik dan ook meer voor de grappen dan voor de muziek.

Early Morning April 4

King.car.3Vandaag 46 jaar geleden werd Dr. Martin Luther King doodgeschoten op de gaanderij van The Lorraine Motel in Memphis, Tennessee. U2 maakte van the hit in 1968 in 1984 een hit met Pride (In the Name of Love) met de klassieke regels Early Morning April 4, Shot Rings out in the Memphis Sky.

Martin Luther (Maarten Luther) King was voorganger en boegbeeld van de zwarte beweging voor gelijke rechten in het in de jaren ’60 grotendeels nog tot op het bot verdeelde en openlijk racistische VS. Wereldberoemd werd hij door zijn prachtige ‘I have a Dream’-toespraak in Washington.

De moord op King is – net als de moord op JFK in 1963 en die op RFK vlak na King – altijd omgeven geweest door speculatie over complotten en meerdere schutters. Gerald Posner schreef er het prachtige boek Killing the Dream. James Earl Ray and the Assassination of Martin Luther King, Jr. over.

Memphis, moord en muziek, het Ierse U2 maakt de fraaie klank, klik en link op het nog steeds zo fraaie ‘Amerikaanse’ album The Unforgettable Fire, waarop ook nog een andere link met Memphis (Elvis Presley and America).

Want Memphis mag dan de plaats zijn waar King werd vermoord, maar in Memphis ligt toch vooral – op zijn landgoed Graceland – die andere King begraven: Elvis. En daar heeft Paul Simon nog een mooi liedje over.

Long Lang

lang-lang-2-1361966482-view-0‘Hoe Lang is een Chinees. En Lang Lang ook.‘ Onze jongste dochter Hedda werd gek van het woordspelletje dat ze maar niet begreep. Het was geïnspireerd door de CD Dragon Songs van Lang Lang die op de Siciliaanse vlaktes voortdurend door de huurauto schalde.

Het was mijn eerste kennismaking met Chinese muziek, met een heus Chinees pianoconcert, De Gele Rivier, de Chinese pedant van de Russische Wolgaslepers. Die Lang Lang wilde ik wel eens in het echt zien en horen. Dus enkele jaren terug vol zin richting Concertgebouw. Dat was die avond echter potdicht en pikkedonker. Ik had me een dag vergist. Lang Lang was allang weer elders pianeren. Ik moet bij thuiskomst heel sip hebben gekeken. Mijn kinderen hebben het er nog over.

Gisteravond had ik mijn revanche. Goed op de datum gelet. Eén van de laatste stoelen veroverd. Bij het Concertgebouworkest speelde Lang Lang alle sterren en spotjes van de hemel in het Pianoconcert van Maurice Ravel. Ik vind het geen boeiend concertwerk, maar het is een prachtige showcase voor Lang Lang die volgens mij bij mime of ritmische gymnastiek ook zo mee zou kunnen.

Ravel had in 1932 een auto-ongeluk. Dat maakte het componeerproces moeizaam, zo las ik in het programmaboek. Wel gek dat het Pianoconcert in G volgens dat boek in 1931 in première zou zijn gegaan. Hoe dan ook: Ravel droeg het werk op aan de pianiste Marguerite Long, en Long is weer Lang in het Engels, al was de pianiste Frans. En zo waren alle cirkels toch weer een beetje rond.

Toch gek dat ik van de alleen in China al 1,3 miljard Chinezen er maar eentje ken: Lang Lang. Ik ben van het Westen, en niet van het Oosten. Lang Lang is van het Oosten en het Westen. Hij brengt het Westen naar China en het Oosten naar het Westen. Hij is veel meer een wereldburger dan ik. En ook een betere pianist.